Er wil nog wel eens een onvertogen woord vallen aan Wilfred Genees tafel in Vandaag Inside. Er zijn veel incidenten geweest, al hebben de vaste tafelheren René van der Gijp en Johan Derksen daar zelden erg in. Zij zijn hun onveranderlijke zelf. Vaak tot ergernis van menigeen, want politiek correct is het allerminst. Toch is het de best bekeken talkshow. Hoe komt dat?
De snelheid en techniek van Genee
Hij is een soort stille kracht achter het succes, presentator Wilfred Genee. In Inside, de tweede bestseller van Michel van Egmond over het oorspronkelijke voetbalprogramma, geeft hij aan dat hij zelden ingrijpt, behalve als het saai wordt. Die houding komt hem vaak op kritiek te staan, hij is tenslotte de gastheer. Maar eerder pookt hij het vuurtje op door uitdagende vragen te stellen en verder geen oordeel te vellen. Hij is gewend de snelheid erin te houden door iets pikants aan te zwengelen als zijn gezelschap dreigt te verzanden in koetjes en kalfjes. Kijkers vinden die wisselwerking blijkbaar fascinerend.
De onafhankelijke zelfspot van Derksen
Er kan veel over De Snor gezegd worden, maar niet dat hij zichzelf niet is, met meel in de mond praat of voor zaken wegduikt. Hij heeft zijn schaapjes op het droge – ook zonder radioprogramma en theatershows – en kan dus onafhankelijk zijn mening verkondigen. Johan Derksen heeft niets te verkopen; geen boek, serie of quiz. En is dat wel de bedoeling, zoals met de VI-badjassen- en onderbroekenlijn, dan gebeurt dit zo onverholen en balorig dat de zelfspot ervan af straalt. Met zijn jaren ’60-kapsel en -jargon (Hansworst, notoire luchtfietser, baantjeszieke ijdeltuit, Mr. Big Star) wordt hij bovendien een karikatuur van zichzelf, en dat weet hij donders goed.
De lach aan de kont van Gijp
“René heeft de lach aan zijn kont hangen”, zegt Derksen steevast over collega Van der Gijp. Hoewel in zijn twee biografieën (ook van de hand van Michel van Egmond) te lezen is dat de Dordrechter thuis bepaald geen geinponem is, zijn mensen gek op zijn humor, een ongefilterde mix van slapstick en schunnigheid. Door diezelfde twee boeken loopt zijn levensmotto als een rode draad: neem niets serieus, vooral jezelf niet. Met dat adagium relativeert hij elk besproken nieuwsfeit. Waar bij andere talkshows met bedrukte gezichten wordt gediscussieerd over bijvoorbeeld de woke-cultuur, gaat Gijp er met een keiharde grap en dito lachsalvo met gestrekt been in. De kijker ervaart dat kennelijk als prettiger dan diepgravende dialogen waarbij elk woord op een weegschaal ligt.